Engelen die vliegen op wiet, extase en een escapistische drang

Photo by Peter Olsson

Scroll this

Hier zit ik dan. Terwijl mijn platenspeler een Tom Waits album draait, met een kop koffie waarvan de damp rustig de lucht in dwarrelt en mijn ogen gericht op mijn stoffige beeldscherm.  Met een joggingsbroek, die ik in werkelijkheid al een paar weken geleden had moeten wassen, verwikkeld om mijn benen, worstel ik met verschillende vragen in mijn hoofd.

Mijn hoofd wandelt richting de vraag wanneer het tijd is voor mijn volgende kop koffie. Een cafeïne verslaving heeft me in zijn macht, gevolgd door een stille drang naar een oneindige hoeveelheid nicotine. Het is niet moeilijk om te zeggen dat ook ik verslaafd ben. Soms krijg ik de vraag vanuit jullie wat mijn relatie tot alcohol is. Vaak denk ik even, haal mijn schouders op en antwoord: ‘’Het is maar een middel.’’

En dat is het.

In mijn korte tijd op deze kleine blauwe bal heb ik meer verslavingen in mijn omgeving gezien dan een mens zou moeten. Coke, alcohol, wiet, GHB en ketamine. Uiteindelijk heb ik het zo vaak gezien dat het middel niet meer uitmaakt. Het is inmiddels een bekende dans. Destructie, hopeloosheid en als er enige vorm van geluk in het spel is een terugkeer naar het nuchtere leven.

Als ik drink vallen mijn ogen op de spiegel en vraag ik mijzelf af of ik ‘één van hen ben’. De vluchters, de verdringers, de aanbidders van de aangeschotenheid , een van de engelen die vliegen op wiet, extase en een escapistische drang. Als ik naar mijn familie kijk is er zeker een genetische aanleg voor verslavingen, maar de vraag is of ik me daardoor wil laten definiëren. ‘’Ik ben verslaafd, want ja, de genen hebben het bepaald.’’ Dat voelt te makkelijk. Het voelt teugelloos, alsof mijn volledige leven al bij mijn geboorte is bepaald. Maar tegelijkertijd voel ik wel een band met de mensen die struikelen over middelen, die regelmatig met hun neus per ongeluk in de coke vallen, de mensen die zichzelf liever hydrateren met bier en wodka dan water, en de menigte die schreeuwt dat je wel degelijk meer plezier haalt uit jezelf beroven van de nuchterheid.

Charles Bukowski wordt herinnerd en verheerlijkt voor zijn alcoholisme, Kurt Cobain sprak openlijk uit dat hij een junk wilde worden, en Mac Miller ging neer door een fatale combinatie. Waarschijnlijk lees je ook mijn duale gevoel tegenover de middelen, want de middelen zijn het probleem niet, het is de wijze waarop wij ze gebruiken dat het probleem vormt.

Ik heb nog nooit een verslaving gezien, die alleen een verslaving was. Meestal blijkt het meer een symptoom van een dieper probleem dan iets anders. Depressies, trauma’s of een gevoel van waardeloosheid, dat lijken soms de makers van de verslavingen. Want als jij je hopeloos alleen en miserabel voelt, verloren zonder dat er een oplossing aan de horizon verschijnt, en een fles whisky laat je beter voelen, het weet op een of andere manier de scherpe ruwe verroeste randjes van jouw pijn af te halen, dan kan ik begrijpen dat die verdomde fles jouw beste vriend wordt. Tegelijkertijd zie ik de waarheid in het veel gebruikte gezegde dat je voor altijd een verslaafde bent. Want de escapistische deur staat altijd open, het werkte, dus het staat geregistreerd als potentiële oplossing in jouw hoofd. Althans, ik weet dat dat bij mij het geval is. Een terugval hangt als het zwaard van Damocles eeuwig boven jouw hoofd, te wachten tot je weer een keer van het pad afstruint, tot je weer verdwijnt in het escapisme met alle gevolgen van dien. Want zodra de relatie tussen jou en het middel eenmaal een vorm van gif bevat, dan zal dat permanent door jou heen stromen.

Maar die vlucht is breder dan alcohol, coke of elke andere vorm van drugs. Mensen zijn verslaafd aan masturbatie en workaholics zijn verslaafd aan werk. Die ontvluchten de ontevredenheid van hun bestaan en gaan werken als een zielloos fabriek. Laten hun sociale leven verloederen, vermijden de eenzaamheid van hun huis en terwijl hun ogen gefixeerd staan op het digitale saldo van hun bankrekening. Dat is voor hen de oplossing. Geld en werk. Het enige verschil tussen een workaholic en een alcoholist is dat de workaholic zal sterven aan de rusteloosheid in een uitgestorven penthouse en de alcoholist alleen in een luguber steegje met zijn hoofd verstopt in een plas braaksel. In essentie zijn ze hetzelfde.

Waarschijnlijk, als je maar diep genoeg graaft, kan alles een verslaving kan zijn.

Maar kijk verder dan dat. Kijk verder dan het gebruik. Zoek naar de reden van het gebruik, want daar zit vaak de oplossing. Daar zit de verlossing. De rust, de happily ever after, de eeuwige lach. De verlossende zucht die een betere tijd aankondigt waar vele van ons al zo lang naar streven.


Je hebt zojuist een essay gelezen.

Ik heb er nog een geschreven over het niets. Die lees je hier.

Wil je in de tussentijd meer lezen? Check dan 8.4 van Bob’s AdventuresKyra’s Adventures, of lees het eerste deel van La speranza è l’ultima a morire. Of luister de playlist die ik speciaal voor Bob’s Adventures heb opgesteld

Ontvang elk verhaal elke week via What’s App met een losstaande tekst. Gebruik deze link om je aan te melden.

Foto door: Peter Olsson