8.16 De personificatie van saaiheid en de verdoving van de nuchterheid

Photo by Tae-Eun Kim

Scroll this

8.15 nog niet gelezen? Geen zorgen, die vind je hier

Nieuw tot het verhaal? Begin dan bij 1.1.


De TL-balken flikkerden boven mijn hoofd maar het leek me niets meer te doen. Het was pas toen Lianne erover begon te klagen dat het me opviel. De afgelopen weken werkte ik tegenover Lianne. Soms had ik het idee dat ze iets van mij wilde, andere dagen leek het alsof ze niet eens wilde erkennen dat ik bestond. Er was iets mysterieus aan haar. Maar na het circus met Shayla had ik besloten om mijzelf in bedwang te houden. Het was tenslotte werk. Ik kwam, deed wat ik moest doen, zodat ik om vijf uur naar huis kon en voor eventjes het hele kantoor kon vergeten.

Tim daarentegen leek me volledig te vermijden. Hij had zijn vaste werkplek opgegeven om zo ver mogelijk van mij af te zitten. Als ik hem aankeek en hij mijn ogen op zijn lichaam voelde branden keek hij snel naar beneden, naar buiten of naar zijn scherm. In zijn gedachtes leek het waarschijnlijk dat het mij niet opviel maar ik had het wel door. Om mijzelf te vermaken tijdens de krijsende kantooruren en tussen de hectische telefoontjes door had ik een spel voor mijzelf bedacht. Ik zou zo vaak mogelijk naar Tim kijken en gokken hoelang het duurde voordat het hem opviel. Hoe vaker ik het deed, hoe sneller hij het doorhad. Na een tijdje leek het hem gek te maken. Zijn ogen verraadde het. Soms staarde hij terug, twijfelde of hij er woorden aan vuil moest maken maar vaak slikte hij ze door. Tot Olivier plotseling aan mijn bureau stond. Het was hem opgevallen dat ik Tim aan het ‘plagen’ was. Ik hield me van de domme en gaf aan dat ik geen idee had waar hij het over had. ‘’Ik ben hier om te werken, niet om te kutten.’’ Legde ik hem uit. Op de een of andere manier bleef ik gezegend door Olivier zijn goede zijde. Wat ik ook deed, het was vaak maar een tik op de vingers en de vraag of ik ermee op kon houden. Ik zou hem beloven dat het niet meer zou gebeuren en ging opzoek naar een nieuwe manier om mijzelf te vermaken zodat ik niet krankzinnig werd in dat vervloekte kantoor. Waarschijnlijk deed hij ook maar wat hij officieel moest doen, maar kon het hem in werkelijkheid niets interesseren.

Soms ging Lianne mee om te roken. Vaak betekende dat dat ik een paar sigaretten aan haar moest afstaan. Maar ze leidde mij even af van de saaiheid, dus ik had voor mijzelf geconcludeerd dat dit het wel waard moest zijn. Dat bleek ook een paar dagen later, toen ze op een vrijdagmiddag mij signaleerde om te roken. We gingen naar de parkeergarage en uit haar binnenzak haalde ze een joint.

‘’Het is zo rustig vandaag, dat we het net zo goed interessant kunnen maken.’’ Legde ze uit. De hele situatie verraste mij, omdat Lianne mij altijd een rustig burgerlijk meisje leek. We rookten de joint, gingen terug naar boven en ze had gelijk. De middag werd een stuk leuker dan verwacht. Met knalrode ogen keken we elkaar af en toe aan en barsten zonder specifieke reden in lachen uit. Het maakte niet uit wat we aan het doen waren, of we aan het bellen waren, we namen de tijd om te lachen.

Daarna werd het een ritueel. Olivier zou op vrijdag vroeg naar huis gaan waardoor het schip de hele middag zonder kapitein zat. Elke vrijdag middag om precies 14:00 zouden we naar beneden gaan, een joint roken en de rauwe randjes van het trage bestaan even laten verdwijnen. Tussen de rook van de wiet door werd ik langzaam bevriend met Lianne. Ze begon me steeds meer over haar leven te vertellen, over haar dubieuze relatie waar ze al maanden over twijfelde en die eigenlijk al zo goed als dood was, over haar ouders. Hoe ze geld hadden, maar weinig liefde en de enige vorm van affectie die ze ooit zag waren dure cadeautjes. Op haar verjaardag zou ze nooit gefeliciteerd worden, haar ouders waren er eigenlijk nooit voor haar verjaardag, maar er zou altijd een peperduur cadeau op de eetkamertafel staan met een formeel briefje eraan verwikkeld. Vaak stond op het briefje alleen maar ‘Gefeliciteerd’ en dat was het.

Ze had een bachelorsdiploma opzak, maar toch werkte ze in dat afvoerputje van een kantoor. Toen ik haar vroeg hoe dat kwam bleef ze stil en veranderde het onderwerp. Voor eventjes had ik de neiging om er dieper op in te gaan maar uiteindelijk haalde ik maar mijn schouders op, nam de joint uit haar handen en dacht aan de nieuwe manier waarop ik mijzelf structureel verdoofde. Soms zou ze mij vragen stellen, maar onbewust deed ik mijn best om ze te vermijden. Iets in mij had aangenomen dat ik een relatief positief beeld in haar gedachtes had en dat was nieuw voor mij. Dus ik besloot om die illusie maar even in leven te houden totdat ik geforceerd mijn ware aard moest laten zien.

Uiteindelijk had ik het wonderbaarlijke idee dat de therapie effectiever zou kunnen zijn als ik er stoned naar toe zou gaan. Met knalrode oogjes en een euforische grijns op mijn gezicht zat ik in één van de felgekleurde stoelen. Melissa stelde opnieuw haar salvo van vragen terwijl ik mijn verbale diarree aan het uitspouwen was. Het duurde niet lang voordat ze het doorhad. Er ontstond een stilte. Ik dacht dat ik de effecten van het plantje goed had verhuld totdat ze met enige irritatie en verbazing vroeg: ‘’Bob.’’

‘’Ja?’’ klonk er met een trage stem van mijn kant.

‘’Ben je stoned?’’

Ik deed net of ik de vraag niet had gehoord en ging verder met een tirade. Maar ze wilde niet loslaten. Later, toen de wiet was uitgewerkt besefte ik me dat ik waarschijnlijk een walm van die zoet-bittere geur had meegenomen. Ze stopte de sessie. Gaf aan dat ik niet onder invloed naar een sessie kon komen en waarschuwde mij dat als het nog een keer zou gebeuren ik naar iemand anders op zoek kon. Als kers op de al stikkende taart van stront kregen Lianne en ik ook nog een officiële waarschuwing vanuit Olivier. Op de een of andere manier had hij geur gekregen van ons kleine vrijdagmiddag ritueel. Hoe snel de wiet kwam, verdween het ook weer.

Uit angst nam Lianne afstand van mij. Schijnbaar wilde ze de baan om een of andere reden kosten wat het koste behouden. Ze ging naast Tim zitten en ik zat weer alleen aan het blok. Langzaam had ik ontcijferd hoe Olivier geur had gekregen van ons wietgebruik en natuurlijk had niemand anders kunnen zijn dan Tim. Toen ik mijn vermaak weer oppakte en hem aankeek leek er iets veranderd. Alsof hij ineens weer controle had. Hij staarde ijzig en emotieloos naar mij terug en sloot af met een klein tevreden grijnsje.

Die fucking gast met zijn bitcoins.

Tim. De persoon die de personificatie was van pure saaiheid.

Tim. Die mij verbande naar dezelfde nuchtere, eentonige saaiheid.


8.17 staat online. Je vindt hem hier.

Ontvang elk verhaal elke week via What’s App met een losstaande tekst. Gebruik deze link om je aan te melden.

Wil je in de tussentijd meer lezen? Check dan Kyra’s Adventures, een van de essays die ik onlangs heb gepubliceerd of lees het eerste deel van La speranza è l’ultima a morire. Of luister de playlist die ik speciaal voor Bob’s Adventures heb opgesteld. 

Foto door: Tae-Eun Kim


Ik hoef niet jouw geld, wel jouw aandacht

Hey, als je dit leest dan weet ik dat je een van mijn favoriete volgers bent. Je gaat door, helemaal door tot het einde, tot het laatste woord van de e-mail, en dat waardeer ik. Enorm zelfs.

Ik schrijf dit niet om te bedelen. Voor al mijn werk vraag ik geen geld. Sterker nog, ik heb nog nooit een euro hiermee verdiend. Het enige wat ik van jouw vraag is jouw aandacht. 

Lees mijn werk.

Als je het tof vindt, deel het. Met jouw vrienden, misschien jouw ex of jouw oma. 

Vertel ze: ”Er is deze bizarre guy op het internet. Hij schrijft wel oké, maar volgens mij zitten er een paar draadjes bij hem los”. 

Zo help je mij en hopelijk kan ik dan op een dag van dit alles, mijn werk maken.