Mijn dromen werden met de keer levendiger, intenser en gedetailleerder. Dat was ook deze avond. Nee. Deze avond was het toppunt, mijn droom werd plotseling een nieuwe realiteit. Een verknipte blik in mijn onderbewustzijn.
Ik zat in een met rode neonlamp verlichte kamer. Mijn lichaam lag roerloos op een oude, bevlekte bank. In de kamer hing er een muffe sigarettengeur die al meerdere dagen opgesloten zat. De kamer had een onheilspellend karakter. Er stonden lege bierflesjes op een kleine glazen koffietafel. De bierflesjes werden omringd door een volle asbak lege pakjes sigaretten en verdwaald as die de asbak niet konden bereiken. Ik klemde een half volle whiskyfles onder mijn oksel en toen viel het mij pas op dat er ook wit poeder op de koffietafel lag en groot stuk metaal. Wat leek op een pistool.
Ik probeerde te bewegen.
Maar dat kon niet.
Ik probeerde te praten.
Maar dat ging niet.
Mijn ogen zwierven in angst rond door de kamer totdat ik iemand voor een platenspeler zag. Diegene stond met zijn rug naar mij toe en maakte geirriteerde willekeurige geluiden. Hij pakte een vinylplaat uit de hoes, keek er aandachtig naar, knikte goedkeurend met zijn hoofd en riep: ‘’Led Zeppelin!’’
Ik herkende de stem, het was Damians stem. Maar iets in zijn intonatie was anders. Ruwer, onheilspellender en wilder. Hij draaide om en zag Damian voor mij staan. Ik wilde zijn naam verrassent zeggen maar opnieuw had ik geen controle over mijn eigen lichaam.
‘’Bobje!’’ Zei hij als een verwelkomende gastheer, alsof hij de vriendelijkheid van Jay Gatsby had overgenomen. ‘’Ben je weer wakker jongen? Had je weer eens te veel gedronken?’’
Ondertussen liep hij richting de koffietafel terwijl het intro van Good times bad times begon te spelen. Hij ging op zijn knieën zitten, haalde een betaalpas tevoorschijn en begon het witte poeder te verdelen in lijnen.
Terwijl hij bezig was, keek hij op. Er was ook iets anders in zijn ogen, een intensiteit die ik niet kon plaatsen. Zijn blik sprak onvoorspelbaarheid die ik nooit in Damian had gezien. Het leek alsof hij alle controle was verloren en zich had overgegeven aan een donkere escapistisch hol.
Hij hield zijn kaart omhoog.
‘’Hier heb ik toch niets meer aan.’’ Grapte hij met een ironische toon. ‘’God, wat was geld toch eigenlijk kut, Bob.’’ Ondertussen pakte hij een snuifbuisje en snoof een lijn op. Hij ontliet een luide kreun en gooide zijn hoofd naar achter. ‘’Godverdomme, Bobje! Waarom had ik dit nooit op de blauwe bol gedaan?’’ Ondertussen perfectioneerde hij een andere lijn. ‘’Wat voelt het goed. Cocaïne voelt goed, Bob! Een serieuze aanrader. Ooh, ja…. Een goede aanrader. Ik snap volledig waarom er zoveel mensen aan verslaafd raken.’’ Damian boog zijn hoofd naar de koffietafel en snoof de tweede lijn op. Met zijn hand greep hij naar zijn neus, wiggelde deze enkele malen en stond op.
Robert Plant zong de befaamde tekst:
‘’ Good times, bad times
You know I had my share
When my woman left home
With a brown eyed man
Well, I still don’t seem to care’’
Waarop Damian instemmend meeknikte. ‘’Ooh, good times indeed, Bobje.’’ En ging voor mij staan. Het was pas toen hij voor mij stond dat zijn verwilderde haren en, zijn bezweette gezicht en een verandering in zijn ogen mij opvielen. De speelsheid was volledig verdwenen en verplaatst met een allesvernietigende leegte. Ik bleef mijzelf te overtuigen dat het Damian niet was. Maar de realiteit van mijn fantasie nam langzaam de overhand.
Hij lachte geniepig, sloeg me zachtjes in mijn gezicht. ‘’Zo jammer dat je niet kan praten jongen. Waarom drink jij jouzelf altijd zo lam? Probeer jij jezelf te straffen voor iets? Voel jij je schuldig? Voel jij je schuldig om mijn dood?’’ Daarna lachte hij luidkeels, zo hard dat er een echo ontstond in de kleine, rood verlichte kamer. ‘’Wie houd ik voor de gek! We weten beide dat jij straf verdient, Bob. De schuld gevoelens van jou….’’ Preekte hij terwijl hij met zijn vinger naar mijn bewegingsloze lichaam wees. ‘’Die schuld is terecht en we weten het allebei.’’
Op dat moment zocht ik de kracht om te schreeuwen, om een tegenwoord te creëren maar wat ik ook deed, wat ik ook probeerde, er kwam geen geluid uit mijn mond. In de tussentijd ging het nummer Good times bad times over naar Communication and breakdown. Het leidde Damian af, want zodra hij de eerste toon van het nummer hoorde schreeuwde hij: ‘’Jezus! Ooh sweet baby jesus! Wat houd ik toch van dit nummer!’’ Het leek alsof hij een ode aan het nummer wilde brengen, aangezien hij direct terugliep naar de koffietafel. Opnieuw ging hij op zijn knieën en nam nog een lijn coke.
Vluchtig stond hij weer op en vestigde zijn aandacht opnieuw op mij. Met een wijzende vinger kwam hij op een agressieve wijze op mij af loop. ‘’Weet je, Bobje. Jij vroeg jouzelf af wat ik aan het doen was. Ooh what are they doing in heaven today’’ eindigde hij met sarcastische een toon. ‘’Nou dit!’’ schreeuwde hij door de kamer terwijl hij zijn handen trots in de lucht gooide. ‘’Coke snuiven en goede muziek luisteren! Maar….’’ Voegde hij met een sinistere intonatie toe. ‘’Ik hield jou ook in de gaten jongen. Ik heb alles gezien, gehoord en gevoeld. En om heel eerlijk te zijn, Bob.’’ Damian pauzeerde om een sigaret op te steken. ‘’Je bent echt een pussy, een watje, het slapste excuus voor een mens, wil men je ook wel eens noemen.’’