In alle haast had ik de eerste broek aangetrokken die ik op Katie’s kamer tegenkwam. Het was mijn zwarte spijkerbroek vol met as en biervlekken. Ook het T-shirt wat ik uit alle ongemakkelijkheid maar had aangetrokken stonk naar zweet en tabak.
En daar zat ik dan.
In alle stilte op de bank met Katie’s ouders. Af en toe probeerde ik een gesprek te beginnen maar werd telkens snel afkapt. De enige botte woorden die zij mij gunden waren: ‘’Waar blijft Katie?’’
Ik had haar ondertussen al meerdere malen proberen te bereiken om haar te waarschuwen voor de val die op haar stond te wachten. En ergens wilde ik dat ze zo snel mogelijk thuiskwam want het was ongemakkelijk. Te ongemakkelijk. Zelfs voor mijn doen.
De vader had de tv aangezet om de tijd te doden. De zender stond op een of ander beursprogramma, maar de tv kon mij niet meer afleiden. Het was vrij duidelijk dat haar ouders mijn aanwezigheid niet konden waarderen. Maar ik weigerde weg te gaan. Ergens voelde het alsof zij de indringers in dit huis waren. In, wat op dat moment, als mijn tweede huis voelde.
Ik zuchtte een keer en keek op mijn telefoon.
De moeder zat mij ondertussen aan te staren en elke beweging of geluid wat ik maakte voelde verkeerd aan. Het was overduidelijk dat ze mij aan het analyseren was en al zover was ze tot de conclusie gekomen dat ik niet waardig genoeg was voor haar dochter.
Maar wat wisten zij?
Ik kende Katie al bijna vijf jaar en dit was de eerste keer dat ik hen überhaupt zag. Ergens vroeg ik me af of zij hun eigen dochter überhaupt kende? Wisten zij wat ze deed? Wat ze dacht? Wat ze nodig had en wat zij voelde?
Ze waren schijnouders.
Ze waren het type die dachten, als ze het kind gaven wat ze wilde, dat zij goede ouders waren. Maar hun gedrag, uiterlijk en toon verklaarde al vrij snel hoe Katie was gevormd tot wie zij nu was. Bezwijkend onder prestatiedruk, eenzaam en neurotisch.
Uit het niets snauwde de vader: ‘’Is Katie al onderweg?’’
Ik haalde mijn schouders op.
‘’Ze heeft nog niet geantwoord.’’
‘’Oké. Zeg dat ze opschiet.’’
Ik keek hem vreemd aan.
‘’Als ik haar spreek, zal ik het doorgeven.’’
En opnieuw kapte de vader het gesprek weer af. Ondertussen werd de geur van zijn parfum steeds sterker en ik kon het bijna proeven op mijn tong. Uit het niets stond ik op en liep naar de wc.
De moeder zat mij nog steeds schuw aan te staren en voordat ik het hoekje omging, liet ik een ongemakkelijk lachje los.
Ik hoefde niet naar de wc maar ik wilde wel even ontsnappen aan die mensen. Dus ik scrolde voor een kwartier doelloos door mijn Facebook feed. Het was pas later dat ik me realiseerde dat die ouders waarschijnlijk dachten dat ik aan het poepen was. Maar hun beeld van mij was toch al verpest. Het kon toch niet meer erger.
Ik stond op het punt om terug te gaan maar toen verscheen Katie’s naam op mijn mobiel. Ik nam op.
‘’Bob! Wat is er aan de hand?’’
‘’Ze zijn hier.’’ Zei ik met enige paranoia in mijn stem.
‘’Wie zijn er?’’
‘’ZIJ!’’
‘’Bob, wees eens duidelijk.’’
‘’Je ouders!’’
‘’Wat!? Je maakt een grapje, toch?’’
‘’Nee, ze zitten hier op de bank, Katie.’’
Ik hoorde haar zuchten.
‘’Meen je dit?’’
‘’Yup.’’
‘’Kut.’’ Zei ze. ‘’Ik fiets nu vanuit Fontys aan. Ik ben er over tien minuutjes.’’
‘’Schiet op. Alsjeblieft. Deze shit is zo ongemakkelijk, hè.’’
Katie moest lachen.
‘’Dit is iets nieuws. Bob die ongemakkelijk is.’’
‘’Ja, ze mogen mij niet echt.’’
‘’Wat heb je gezegd?’’
Op de achtergrond hoorde ik Katie haar fiets van het slot halen. Ondertussen speelde ik met de rol wc-papier die naast mij hing.
‘’Niet veel. Maar ik had, een soort van, alleen mijn onderbroek aan toen ze binnenkwamen.’’
‘’Je snapt dat het jouw taak, als mijn vriendje, is om ervoor te zorgen dat ze jou mogen, hè?’’
‘’Mogen ze überhaupt mensen in het algemeen?’’
‘’Bob, het blijven wel mijn ouders.’’
‘’Ja, maar ik heb het idee dat ze niet echt waarderen dat je iets krijgt met jongens zoals ik.’’
‘’Wat bedoel je daar nou mee?’’
‘’Dat jouw ouders overduidelijk een of andere rijke, succesvolle dude voor jou wil hebben.’’
‘’Doe alsjeblieft niet zo onzeker, Bob. Het siert je niet.’’
‘’Het is geen onzekerheid, maar de waarheid.’’
Opnieuw zuchtte Katie.
‘’Waar ben je nu eigenlijk?’’
‘’Op de wc. Waarschijnlijk denken jouw ouders dat ik aan het poepen ben.’’ Zei ik lachend.
‘’Ga alsjeblieft terug en probeer een goede indruk te maken. Doe het voor mij, please.’’
En dat is wat ik deed. Ik hing op, ging terug en probeerde een band te scheppen met mensen die mij niet mogen. En die ik niet mocht. Maar de realisatie kwam later pas dat die ouders meer licht konden scheppen op de mysterieuze zus.
Zij waren de sleutel om Katie beter te leren kennen.
Hoe nors zij ook waren.
Hoe erg zij haar ook hadden verwaarloosd.
Zij waren waarschijnlijk mijn enige kans om het meisje waar ik verliefd op was, beter te kunnen begrijpen.
2 Comments
Comments are closed.