1.13 Controle is een illusie

Photo by: Marina Abadjieff

Scroll this

Het begon langzaam maar zeker op een vast moment te lijken. Met een sigaret stond ik bij het bushokje te wachten op de bus die me terug naar mijn bed zou brengen. Het tentamen dat ik achter de rug had ik, net zoals elk ander tentamen, verneukt. Na de derde vraag heb ik maar een afgezaagde knock-knock joke genoteerd in de hoop dat de professoren bonuspunten aan mijn gevoel voor humor zouden toekennen.

Maar dat bleek geen goede tactiek te zijn.

Toch was er iets anders vandaag. Het lege gevoel dat soms sporadisch naar boven kroop was er weer. Eenzaamheid en een gapend gat hadden mij in hun macht als een marionettenpoppetje. Ik begon te twijfelen over elke keuze en vroeg me af of het het allemaal nog wel waard was.

Het was zo’n dag waarin ik besefte dat ik helemaal geen controle had over mijn eigen leven. Ik was een hoer. Een goedkope prostituee die zich in de poeperd liet neuken zonder glijmiddel. Ik had geen macht, sturing of een schrijntje van vrijheid. Het enige waar ik op kon hopen was dat het leven een goede pimp voor me zou zijn.

Waar the fuck kwam dit allemaal vandaan? Dacht ik terwijl ik een hijs van mijn sigaret nam.

Voordat de bus kwam besloot ik Katie te bellen. Sinds de ruzie had ik haar niet meer gesproken.

Was het misschien dat wat mij onbewust kwelde?

Of waren het toch de verneukte tentamens?

Of was het toch alle verwachtingen van de society die me verpletten?

Wat het ook was, ik moest iets doen. Ik pakte de telefoon uit mijn broekzak en duwde op contactpersoon Katie. De telefoon ging over. Beeeep, beeeep. Ik vroeg mezelf af of ze überhaupt zou opnemen.

Het gebeep stopte.

‘’Katie?’’

‘’Bob?’’

‘’Ja?’’

‘’Je bent een lul.’’

De verbinding werd verbroken.

Direct probeerde ik haar opnieuw te bellen maar nadat mijn telefoon voor de eerste keer overging, drukte ze het gesprek al weg.

Verslagen keek ik om mij heen. Mijn teleurstelling moest duidelijk te zien zijn aan gezichtsuitdrukking want het meisje dat langs mij stond keek me bezorgd aan. Ik zag op haar lippen de woorden: ‘’wat is er gebeurd?’’ liggen maar deze dreven weg toen de bus aan kwam rijden.

Toen ik de bus eenmaal instapte werd mijn hoofd bezeten met de vraag ‘’waarom?’’. Waarom voelde ik mezelf zo? Was het mijn eigen schuld? Was het iets onvermijdelijks? Kon ik het controleren?

Mijn gedachtes slokten al mijn concentratie op. Opeens voelde ik iets hards tegen mijn borstkas. Het bleek een kerel te zijn die net een kopje kleiner was dan ik.

‘’Je raakte mij aan.’’ Zei hij met een geïrriteerde toon.

‘’Sorry man.’’ Antwoordde ik terwijl ik probeerde door te lopen.

‘’Je raakte mij aan.’’ Herhaalde hij.

‘’Ja weet ik. Het was een ongelukje.’’

Geïrriteerd liep ik langs hem, ging zitten en zette muziek op. De man liep met een giftige blik langs mij af en ging achter mij zitten.

‘’Je ruikt naar rook.’’

Ik haalde een oortje uit mijn oor en draaide me om.

‘’Ja, dat klopt. Ik heb net gerookt.’’

‘’Je bent wel chagrijnig, he.’’

‘’Een beetje.’’ Antwoordde ik terwijl ik mijn oortje terug in mijn oor deed.

‘’Je stinkt naar rook.’’ Hoorde ik op de achtergrond.

Zonder om te kijken antwoordde ik: ‘’En jouw haar zit raar.’’

Toen hield hij zijn mond.

Bij de eerste halte stapte de irritante man uit. Toen hij nogmaals omdraaide en de bus begon na te zwaaien besefte ik me pas dat hij verstandelijk gehandicapt was. Fuck. Dat verklaarde de boze blikken die ik had gekregen van de mensen om mij heen.

Het was weer zo’n dag.

Ik deed mijn ogen dicht en dagdroomde over mijn bed.

Daar hoefde ik geen controle te hebben.

Vorige post Volgende post

2 Comments

Submit a comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.