8.24 Cynisme, verlichting en leegte

Photo by Edwin Garcia

Scroll this

8.23 nog niet gelezen? Geen zorgen, die vind je hier

Nieuw tot het verhaal? Begin dan bij 1.1.


Het was een jaar, 365 dagen waren inmiddels al gepasseerd, maar nog steeds leek het levendiger dan ooit. Ik werd wakker, een koppijn teisterde mijn hoofd en met een zucht klom ik uit bed. Het was inmiddels half twee en mijn telefoon werd gebombardeerd met eindeloze vragen waar ik bleef. Ik appte Olivier terug dat ik ziek was. Dit leek alleen maar extra olie op het vuur te zijn.

[13:28]: ‘’Je bent niet ziek!’’

[13.28]: ‘’Welles.’’

[13:29]: ‘’Het is druk, Bob. Kom maar gewoon werken.’’

[13.29]: ‘’Wat begrijp niet aan: ‘ik ben ziek’?’’

[13.43]: ‘’Op je volgende werkdag wil ik je spreken.’’

[13.51]: ‘’Gezellig. Tot dan!’’

Met frustratie gooide ik mijn telefoon aan de andere kant van het bed. Een gewelddadige zucht ontsnapte aan mij en met enige ruwheid wreef ik door mijn handen. De enige reden dat ik blij was dat ik wakker was, was puur zodat ik over een paar uur weer kon slapen. Wat had het voor zin? Werken, mijn ziel verkopen aan de hoogste bieder, mijzelf anders voordoen dan dat ik was, voor wat? Wat was het almachtige nut van alles? Wat zou zo’n figuur als Olivier denken als hij opstaat? ‘’Goh, wat ben ik zo blij dat ik wakker ben! Oh. Een nieuwe dag, een nieuwe mogelijkheid! Een lucht vol met kansen die voor het grijpen liggen.’’ Ik kon de gedachte niet eens afmaken. Een mentale misselijkheid wilde de gedachtes zo snel mogelijk uitkotsen. Hoe kon een mens zo zijn? Waarom was niet iedereen zo cynisch als ik?

Ik stond op met niets anders dan mijn onderbroek aan. Terwijl ik de gordijnen opende en de woeste zonnestralen mijn zicht verblinden kon ik alleen maar de sterren bedanken voor een nieuwe zonnige dag in hel. Duf slofte ik naar het balkon, onderweg vond ik Layana’s zonnebril en liet de zon mijn blootgestelde lichaam omarmen. Met een sigaret tussen mijn lippen en gesloten ogen probeerde ik mijzelf voor te bereiden op weer een nieuwe dag. En wat voor dag het zou zijn.

Layana was teleurgesteld dat ik weer vaker dronk. Ik bleef zeggen dat de drank niet het probleem was, maar de meedogenloze leegte van alles. Haar oplossing was dat ik een vriendin moest krijgen. Niet voor eeuwig, maar voor eventjes. Een relatie zou me goed doen, zei ze. En terwijl ik uitkeek op de achtertuinen van in de vergeten buurt Het Ven, begon ik aan mijn eigen cynisme te twijfelen. Misschien had ze gelijk. Het was de teleurgestelde maar vooral de plaatsvervangende schaamte van de buurman die mij zag zitten. Ik zwaaide, groette hem met een enthousiaste: ‘’Buurman!’’ maar het enige wat hij deed was zijn hoofd schudden en terug naar binnen gaan.

Maar ik had geen tijd om te denken. De klok tikte verder en ik moest gaan. Ik ontbeet snel wat, dronk een paar koppen koffie, douchte en door de mist op de spiegel oefende mijn lach in de spiegel. Maar wat ik ook deed, het leek niet meer natuurlijk te gebeuren. Bij de Albert Heijn haalde ik de provisies voor de dag, een six-pack bier, twee pakjes sigaretten en een stel chocolate chip cookies en liet de comfort voor die dag achter.

Op de fiets trakteerde ik mijzelf alvast op een biertje. Het was nodig. Meer dan nodig. Vandaag mocht het even. Met Layana’s zonnebril op, een halve liter blik Hertog Jan in mijn hand en een sigaret geklemd in mijn mond baande ik mijzelf een weg door Eindhoven heen. Het was de dag dat ik even de teleurstelling kon omarmen. Ik was de adem van de teleurstelling, de personificatie ervan, want die dag waren er belangrijker dingen dan het oordeel van de wereld. Het was tijd om het oordeel van de niet-bestaande weer onder ogen te zien.

Niet veel later kwam ik aan op de plek. Voor het normale oog leek dat niets meer dan een afslag naar de snelweg, met wat niet ondergehouden beschutting, maar het was veel meer. Een graf. Een trauma. Een pijnlijke herinnering. Ik nam plaats in het vochtige gras, zette het bier voor me neer en toverde het eerste gesneuvelde blikje om tot een waardige asbak. Opnieuw schenen wat zonnestralen op mijn gezicht, maar het genot was er niet meer. Alleen maar pijn. Langzaam begon zijn naam uit mijn mond te ontsnappen. ‘’Damian.’’ Hoorde ik mijzelf zeggen. ‘’Godver, Damian jongen.’’ Herinneringen begonnen voorbij te razen, een nostalgie, het machtige idee dat alles beter was. En dat was het ook.

Voor eventjes moest ik mijzelf pijn doen. Ik trok mijzelf aan de mentale haren en confronteerde mijzelf met de pijn die ik zo lang probeerde te ontsnappen. Ergens kon ik het gevoel niet afschudden dat het mijn schuld was dat die dood was. Hoe irrationeel het ook was. Ik had iets moeten doen. Ik had iets moeten zeggen. Er was iets wat ik had kunnen doen zodat hij nog leefde. In mijn hoofd schreeuwde ik maar voor de buiten wereld was ik stil. Ik kondigde mijn nutteloosheid aan. Vervloekte mijzelf tot de titel van een slechte vriend en had mijzelf overtuigd dat ik degene moest zijn die dag, en niet hij. Oh. Kon ik mijn ogen maar eeuwig sluiten zodat hij de zijne weer kon openen.

‘’Damian.’’ Klonk er opnieuw. ‘’Kijk mij nou. Geen haar verder. Verdwaald. Verloren. Verneukt. Hoe moet ik verder jongen? In alle eerlijkheid, denk ik dat ik van mijzelf niet verder mag, omdat jij niet verder kan. Snap je hem? Ik straf mijzelf voor jouw dood en iets in mij vindt dat terecht.’’ Ik nam een grote pijnlijke slok van het blikje. ‘’Damian, Damian, Damian, waarom jij en niet ik? Waarom ben ik mijzelf zo erg aan het straffen? Heb jij er iets mee te maken? Welke beweging ik ook maak, ik kom altijd naar jou terug. Er is altijd iets wat als een doorn in mijn ziel is blijven steken, maar wat ik ook doe, ik krijg hem er niet uit en ik kan het ook niet negeren. Misschien had jij nu de goede woorden voor dit moment, een lach, een grap, een redenatie, iets man, ik heb het nodig. Zo hard nodig. Ik breek. Elke dag opnieuw breekt er een stukje meer en ik word steeds bewuster van de leegte in mij. De apathie, de doelloosheid, de grijns die eigenlijk een traan is.’’

Met mijn arm veegde ik de tranen weg.

‘’Kan het zijn dat er een stukje van mij tegelijkertijd met jou is doodgegaan? Soms lijkt het zo. Het joviale, het speelse, het enthousiaste lijkt met jou verdwenen te zijn. Sindsdien voelt het leven als een emotieloze grijze wolk terwijl ik zit te wachten tot de zon weer een keer gaat schijnen.’’

Uit ongemakkelijkheid nam ik een grote slok bier. Zo gul, dat het langs mijn mondhoeken begon te druppelen. Op dat moment liet ik het maar gaan. Er zat geen nut in het afvegen ervan. Ik was wat ik was.

‘’Het is allemaal zo ingewikkeld, Damian. Zo ingewikkeld. Dat ik zelf niet meer weet wat ik ermee aan moet. Ik zit in therapie daarvoor, maar ook daar lijkt het alleen maar ingewikkelder te worden. Geen zorgen. Ik geef het niet op, ik weet dat het goed is, maar toch ben ik toe aan een vorm van verlichting. Een moment dat ik even alles kan vergeten zodat ik weer kracht heb om het onder ogen te zien, zodat ik verder kan gaan, zodat ik een leven kan hebben, zodat ik weer eventjes gemeend kan lachen.’’

Mijn hart was zich aan het verdraaien. Niet metaforisch, maar fysiek. Een benauwend gevoel begon mijn lichaam over te nemen terwijl de tranen bleven doordruppelen. Het enige verbale wat ik er nog uitkreeg waren scheldwoorden die door de Eindhovense lucht werden gedempt. Ik wilde schreeuwen, maar ik kon alleen maar snikken. Ik voelde me gebroken, maar zag er voor de buitenwereld alleen maar verloren uit.

Totdat ik een hand op mijn schouder voelde. Het voelde vertrouwd, warm en enigszins geruststellend. Ik keek op. Er worden geen woorden gesproken. Het enige wat nodig was, was een bevestigend knikje om mijzelf begrepen te voelen.


Als je toch bezig bent; lees dan 8.25 direct.

Ontvang elk verhaal elke week via What’s App met een losstaande tekst. Gebruik deze link om je aan te melden.

Wil je in de tussentijd meer lezen? Check dan Kyra’s Adventures, een van de essays die ik onlangs heb gepubliceerd of lees het eerste deel van La speranza è l’ultima a morire. Of luister de playlist die ik speciaal voor Bob’s Adventures heb opgesteld. 

Foto door: Edwin Garcia

1 Comment

Comments are closed.