Kyra´s blonde haren waren blonder dan normaal. Haar normaal gesproken bleke huid was ditmaal onder gedoopt in een lichtbruine kleur waardoor haar ogen extra fel leken. In mijn selfiecamera zag ik mijn eigen gezicht. De verwilderde baardgroei en diepe donkerblauwe wallen onder mijn ogen. Mijn haar was vettig en het was overduidelijk dat het lang geleden was dat er een kam doorheen was gegaan. Het scheelde dat Kyra mij niet kon ruiken, want mijn adem was overmeesterd door de geur van alcohol en zurigheid.
Er stond een grote lach op haar gezicht, alsof ze daarmee wilde zeggen dat ze blij was om mij weer te zien. Ik niet. Ik was niet blij om mijzelf in de hoek van mijn telefoon te zien. Maar dat was een probleem waar zij zich geen zorgen om hoefde te maken. Haar lach veranderde al snel in een blik van bezorgdheid toen ze mijn afgetakelde verschijning zag, maar ze besloot er nog geen woorden aan vuil te maken.
‘’Bobje ‘’ Zei ze met enthousiasme. ‘’Wat goed om je weer te zien.’’
‘’Hey’’ klonk er met neergeslagen toon vanuit mijn kant. ‘’Hoe is het?’’
‘’Goed.’’ Opnieuw verscheen er een lach op haar gezicht, maar ditmaal met een tevredenheid en rust die ik voor lange tijd niet had gezien. ‘’Het gaat beter, Bob. Nog niet helemaal zoals ik wil, maar ik ben blij dat ik hier ben.’’ De zon scheen fel achter haar en ik werd jaloers door het feit dat haar leven op het moment was overrompeld door warme avonden, palmbomen en de vrijheid om te vertrekken.
‘’Waar zit je nu ergens?’’
‘’Melbourne.’’ Ze draaide haar camera om en liet de azuurblauwe zee zien die maar enkele honderden meter van haar verwijderd was. Mijn ogen dwaalden naar het raam toe en keken neer op de donkere kille wereld waar ik me op dat moment in bevond. De bomen zonder bladeren, de constante druppels regen en het gebrek aan sensatie op de Eindhovense straten. Voor eventjes bedacht ik me dat dat mijn probleem was. Het feit dat ik altijd meer moest hebben in mijn leven en nooit tevreden kon zijn met wat ik had. Altijd die drang naar meer, meer en meer. Meer alcohol, meer geld, meer rust, meer vrede met mijzelf, meer slaap, meer drugs, zoveel drugs dat ik eventjes zou vergeten dat ik van alles meer moest hebben.
Kyra zag me wegvallen in mijn gedachtes en vulde de stilte snel: ‘’En jij? Waar zit jij dan?’’
‘’La casa de mis padres.’’
‘’Wat?’’
‘’Mijn ouders. Ik woon weer op het ouderlijke front.’’ Verklaarde ik snel.
‘’Sinds wanneer spreek jij Spaans?’’
Ik haalde mijn schouders op. ‘’Heb niets anders te doen. Zo kan ik mijzelf nog met een beetje met creativiteit uitschelden. Anders wordt het ook zo eentonig.’’
Bij haar volgende woorden twijfelde Kyra eventjes, alsof er een vraag op haar tong lag te branden die ze wilde stellen maar te bang was voor het antwoord wat ze terug zou krijgen. Maar toch deed ze het. Ze liet de brandende woorden los en gooide ze via de digitale weg mijn kant op. ‘’Hoe… hoe gaat het eigenlijk met jou?’’
En plotseling bevond ik me in een intern dilemma met de vraag of ik haar de waarheid moest zeggen. Dat ik eindelijk hard op kon zeggen: ‘’Nee. Het gaat niet goed, Kyra. Allesbehalve goed. Ik ben al een paar weken niet meer buiten geweest en het grootste deel van mijn dagen spendeer ik dronken op mijn kamer met de vraag of dit de dag zal zijn dat ik maar de wereld moet verlaten. Mijn kamergenoot is een opgedroogde plas van mijn braaksel en alles voelt grijs. Als ik me niet slecht voel, dan voel ik niets. Mijn bed zou in brand kunnen staan en dan zou ik in plaats van gevoelloos naar de muur maar naar het vuur staren. Oh, en had ik al verteld dat de enige persoon met wie ik praat fictief is en dat het spannendste wat ik tijdens mijn dagen meemaak mijn schreeuwende ouders zijn die me proberen te dwingen om hulp te zoeken.’’
Maar uiteindelijk had ik mijn keuze gemaakt. Met die hele speech in mijn achterhoofd leek het mij het slimste om haar er niet mee te belasten. Het zou wel goed komen. Mijn bed stond nog niet in de fik, ik had gedag gezegd tegen de fictieve vriend in mijn hoofd en de regen buiten zou ooit stoppen. Met elke seconde die passeerde werd ik ouder en de wereld vertelde me altijd dat wijsheid met ouderdom komt, dus het was nog maar een kwestie van wachten. Geduld hebben, Bob.
‘’Het gaat wel oké.’’
Kyra leek geen genoegen met het antwoord te nemen en ook al stonden haar ogen digitaal op mijn telefoonscherm wist ik dat ze regelrecht door de façade heen keek. ‘’Ik weet het van jou en Katie.’’
‘’Oh, ja. Het werkte niet meer. Ze woont nu in Amsterdam.’’
‘’Een miscalculatie met ketamine noem je ‘’het werkte niet meer’’?’’
Ik lachte met een gemaakte lach. Niet omdat haar opmerking enige humor bevatte maar omdat het moment te confronterend was. ‘’Je kent me ondertussen wel. In sommige cirkels word ik ook wel de meester van miscalculaties genoemd.’’
In een plotselinge serieuze toon zuchtte ze mijn naam uit. De manier waarop mijn naam haar mond verliet vertelde me al genoeg. Het zei: ‘’Bob. Wees nou een keer serieus, erken nou een keer dat het niet goed met je gaat. Zeg het hard op. Kijk me in de ogen en zeg dat je de weg eventjes kwijt bent maar kap met jouw vluchtende grappen.’’
Maar voordat ze iets na het uitzuchten van mijn naam kon zeggen was ik haar voor: ‘’Kyra, maak je geen zorgen om mij. Je zit in Australië. Fucking Australië. De problemen in het kikkerlandje wat jij jouw thuis noemt moet je even achter jou laten. Laat mij even achter totdat je weer terugkomt. Het enige probleem wat jij nu moet hebben is de vraag welke factor zonnebrand je op moet smeren.’’
Ze wist dat ik haar wegduwde. Het was een duidelijk signaal dat ze te dichtbij kwam maar de ontwijkende tirade leek enige logica voor haar te bevatten. Misschien waren het die paar extra secondes van ouderdom die me de wijsheid hadden gegeven om haar in ieder geval te beschermen voor mijn bullshit.
‘’Oké.’’ Zei ze met enige verslagenheid. ‘’Maar, Bob, ik wil je wel een ding meegeven en dan laat ik het met rust. Zoek alsjeblieft iets op waardoor jij je weer wat beter voelt. Denk na over wat jou kan helpen om weer een beetje orde in je hoofd te krijgen. Je hoeft het mij niet te vertellen. Het enige wat ik wil is dat je lacht en infantiele grappen maakt als ik terugkom. Drank en isolatie is geen oplossing, maar dat weet je denk ik zelf ook wel.’’
Ik knikte. Gaf aan dat het wel goed kwam. Niet dat ik daar volledig van overtuigd was maar ik wist dat Kyra het moest horen om in ieder geval zorgeloos haar reis te kunnen voortzetten. Ik was haar probleem niet en dat wilde ik ook niet worden.
Ik was mijn eigen probleem en dat moest zo blijven.