7.4 Ik bedekte het stigma: ‘’Mannen horen niet te huilen.’’ met mijn tranen

Photo by Troy Freyee

Scroll this

Heb ik je afgeschrikt? Je kan het me gewoon vertellen, want ik zou het begrijpen. Het waren nogal zware woorden de vorige keer. Je hoort niet snel iemand over een doodswens praten. Dus ik kan het me volledig voorstellen als je afstand wil. Ik heb je gewoonweg in guerrillastijl verrast met een verhaal over suïcidaliteit. Geen zorgen. De volgende keer zal ik je waarschuwen, ik beloof het. Het is nou eenmaal zo dat je zo vertrouwd aanvoelt, wist je dat? Ik heb het gevoel dat ik alles tegen je kan zeggen. Had ik al gezegd dat je een goede luisteraar bent? Want je bent een goede luisteraar. Voor een dialoog ben je niet echt de meest geschikte persoon, maar dat is oké, ik heb al genoeg dialogen in mijn leven gehad. Het voelt goed om deze eerlijke tirades met jou te delen. Elke keer begin ik, maar als de eerste woorden zijn aangebroken vraag ik mijzelf af: ‘’Wat heb ik eigenlijk te melden?’’ Dan begin ik te twijfelen, scheld mezelf in mijn hoofd kort uit en schaam me voor de eentonigheid die mijn leven is geworden. Maar toch ga ik door.

Toch komt er elke keer iets uit.

Huil je wel eens? Ik bedoel niet als jouw oma overleden is, maar ik bedoel bewust. Maak jij jezelf eens bewust aan het huilen? Vannacht heb ik dat voor de eerste keer gedaan. Staarde naar de enige foto die ik met Damian heb, ging door de foto’s van Katie en ik en begon te fantaseren hoe mijn leven er had uitgezien als ik niet zo’n ongelofelijk stuk stront was. De muziek had ik met precisie uitgekozen. Ik heb er zelfs een hele afspeellijst van gemaakt. Weet je hoe ik hem heb genoemd? Nee. Nee. Niet ‘’Songs to cry to’’ dat zou te gemakkelijk zijn, te cliché. Nee. Hij heet ‘’Opluchting.’’ Ik weet het, op het eerste oog klinkt het als een rare titel voor muziek waarop je wilt huilen. Maar vannacht voelde ik dat er iets uit moest. Het was de constante verdoving van mijn emoties die me zo frustreerde. Huilen was een van de eerste dingen waar ik aan dacht, dus begon ik met de emotionele zelfmarteling om die tranen er maar uit te krijgen, om iets te voelen. Het duurde lang voordat ze kwamen, maar ze kwamen.

Je had me moeten zien. In films zie je altijd de charmante vorm van tranen, maar dit was een ware explosie van niet-charmante, snotterige tranen en het voelde goed. Het voelde als het juiste ding om te doen.

Het is vreemd dat niemand er ooit over praat hoe goed huilen eigenlijk kan voelen. Vooral als man zijnde. Als ik eerder wist dat die zoute waterdruppels zo’n opluchtend gevoel konden geven was ik er veel eerder mee begonnen, dan had ik al lang het hele ‘’Mannen horen niet te huilen.’’ stigma bezaaid met die bevrijdende tranen. Of kom ik er zelf pas heel laat achter en doen vele anderen dit al achter de veiligheid van gesloten deuren? Waarom kunnen we er niet over praten? Waarom antwoord niemand ooit als er wordt gevraagd hoe hun dag was met: ‘’Ik voelde me kut, maar toen heb ik mijzelf aan het huilen gemaakt en nu gaat het weer.’’

Waarom schamen wij ons überhaupt voor onze tranen?

Weet jij het? Schaam jij je om te huilen? Ik wel. Althans, voorheen schaamde ik me diep om te huilen. Ik zag het altijd als een teken van zwakte en deed het pas wanneer ik geen andere oplossing meer zag. Wat een dwaas was ik. Een waar stuk stront. Het enige waar ik aan kan denken zijn de momenten waarop ik eigenlijk moest hebben gehuild. Misschien was die opluchting genoeg geweest, had dat zwakke momentje me genoeg kracht gegeven om dingen op orde te stellen, een motivatie om te veranderen.

Ik heb mijzelf zo lang beroofd van elk stukje emotie dat ik begin te denken dat ik de depressie verdien. Misschien is het ook wel een creatie van mijn eigen onkunde. Dat is de grap aan alles. Ik ben te dom om het op het moment zelf in te zien, maar achteraf, oh achteraf, dan komen de realisaties, de what if’s en could be’s. De gedachte dat ik vaker: ‘’Ik hou van je.’’ had moeten zeggen in plaats van ‘’Flikker op.’’, een knuffel had moeten geven in plaats van contact te vermijden, moeten vragen hoe het met hen gaat in plaats van ze te belasten met mijn betekenisloze tirades.

Dat is het leven, hè?

Een aaneenschakeling van te late realisaties en gevuld met geesten van hoe dingen hadden kunnen zijn als ik maar wat opener was.

Verdomme.

Word jij hier zelf niet depressief van? Ik namelijk wel. Het wordt tijd voor ronde 2. Dit is het moment. Ik ga je verlaten want de tranen moeten eruit en daar kan ik je niet bij hebben. Sorry. Het is al vreemd genoeg om in mijn eentje te huilen, laat staan als je daar getuige van bent.

We spreken elkaar, oké?

Vorige post Volgende post