Ik staarde naar mijn laptopscherm. Mijn leven was gereduceerd tot één A4tje. Veel spectaculairs kon ik niet op mijn CV zetten. Naast mijn middelbare schooldiploma, de geringe werkervaring die ik had en een eeuwenoude foto dacht ik bij mijzelf: ‘’Is dit het? Is dit wat ik allemaal heb bereikt in mijn leven?’’. Ik kon niet geloven dat al het merkwaardige in mijn leven in 200 woorden was gezegd. Het frustreerde me. Het irriteerde me dat ik een masker op moest zetten, mijzelf moest gaan verkopen als iemand die stond te popelen om te vervagen in een of andere grote multinational. Die me net zo snel zouden ontslaan als ze mij zouden aannemen.
Layana zag het positiever in. Ze zei: ‘’Al die leegte op jouw CV is aan jou om in te vullen.’’ Ze had het over kansen. Het beste uit mijzelf halen. De persoon worden die ik altijd al wilde zijn. Toen ze dit zei maakte ik kokhalsgeluiden waardoor ze me op mijn achterhoofd sloeg.
Maar ik moest toegeven aan het systeem. Wat moet je anders doen als je een deel van jouw leven hebt gespendeerd aan drinken en niets anders? Het werd tijd voor verandering en ik zou er een deel van mijn ziel voor moeten inleveren. Layana keek tevreden naar het A4’tje, aaide me door mijn haar en zei: ‘’Het komt wel goed met jou, Bobbie.’’
Ik stuurde mijn CV rond. Solliciteerde op functies waarvan ik niet eens wist wat het inhield. Ik lachte om de onnodige Engelse benamingen van sommige banen, de foto’s van de recruiters en de buzzwoorden zoals young professionals en horeca-tijger.
Hoe verder ik in de vacatures verdween hoe meer ik me realiseerde dat ik me in een wereld ging wanen waarvan ik lang had geprobeerd om er zo ver mogelijk van weg te blijven.
Uiteindelijk kreeg ik een telefoontje. Het was een meisje van het ene uitzendbureau waar Layana me schijnbaar voor had ingeschreven. Ze klonk geforceerd enthousiast en begon ook over kansen en het beste uit mijzelf halen te praten.
‘’Wat is het toch met jullie mensen en die buzzwoorden?’’
‘’Wat?’’ antwoordde ze verrast.
‘’Vind je het zelf geen lege termen die je gebruikt? Het klinkt leuk maar het zegt in werkelijkheid helemaal niets.’’
Layana zat naast me op de bank. Gebaarde dat ik het onderwerp moest laten gaan. Ze zei geluidloos: ‘’Stap 2! Stap 2’’. Ik schudde nee. Zij knikte ja. Ze stak haar middelvinger op waarna ik de mijne opstak. Uiteindelijk sloeg ze me opnieuw op mijn achterhoofd waardoor ik me maar verloren gaf.
‘’Goed, maar die baan. Wat is het?’’
‘’Oh!’’ klonk het uitzendmens. ‘’Je gaat het leuk vinden. Ik denk dat je er perfect bij past. Het is een verzekeringsbedrijf.’’
‘’En wat ga ik doen?’’
‘’Klantenservice.’’
‘’Bellen dus?’’
‘’Ja.’’
Ik keek smekend naar Layana die inmiddels met haar make-up bezig was. Ze was haar aandacht verloren waardoor ik met mijn arm haar schouder aantikte. Er klonk een luidde: ‘’Godverdomme!’’ van haar kant. Met een streep lippenstift op haar wang keek ze me boos aan, maar realiseerde al snel waarom ik haar had aangetikt.
Ze keek met haar geruststellende ogen. In werkelijkheid ervaarde ik een lichte angst. Ik was bang dat als ik eenmaal de kantoor wereld in zou stappen dat ik mijzelf verder zou verliezen. Dat ik vast zou komen te zitten aan de ketting van het 9 tot 5 leven, van verplichte teammeetings, fluorescerende TL-balken en zielloze bedrijfsjargon. Hoe ze het voor elkaar kreeg bleef een mysterie, maar met een simpele blik wist ze me gerust te stellen.
‘’Oke. Doe maar.’’
En voordat ik het wist had ik een sollicitatiegesprek op de planning staan.
Layana kocht een wit overhemd voor mij. Terwijl ik hem aantrok keek ik grappend in de spiegel. Ze gaf me een preek dat ik er geen asvlekken op moest maken maar ik wuifde haar zorgen weg. In de badkamer pletste ik water in mijn gezicht, keek mijzelf aan en zei: ‘’Bob. Je gaat een nieuw hoofdstuk starten. Je gaat volwassen worden. Het is klaar met het nutteloze gedrink. Je gaat een doel creëren. Je gaat iemand worden. Op een dag ga je trots naar deze verandering kijken. Bijt je door de zielloze cultuur, bijt je door jouw cynisme, doorbreek jouw gewoontes want er is licht aan het einde van de tunnel jongen. Je bent onderweg. Onthoudt dat. Je bent onderweg.’’
Ik liep de badkamer uit, Layana zat op haar bed en keek me met een klein lachje aan. ‘’Je ziet er goed uit. Anders. Maar goed. Ik ben ervan overtuigd dat je goed gaat opdrogen.’’
‘’Dit voelt allemaal zo onnatuurlijk aan.’’
‘’Dat is verandering.’’ Ze stond op, omhelsde me en zei: ‘’Ik ben trots op je, klein broertje.’’