4.29 De angst van je verlangens.

Photo by Joe Termini

Scroll this

Daar stond ik dan. 

Met Katie tegen mijn lichaam aangedrukt terwijl de lichte warmte van de late zomer mijn huid omarmde. Op dat moment speelde tijd geen rol. Verplichtingen, het verleden of de toekomst. Het deed er allemaal niet meer toe. 

Het was een zeldzaam moment waarin ik niet anders kon doen, dan in het moment zitten terwijl mijn gedachten zich overgaven aan de stilte.  

Katie’s gedachten kon ik niet lezen maar ik voelde aan haar dat zij er hetzelfde over dacht. 

Het was pas toen Damian al schreeuwend: ‘’Ik wist het!’’ het balkon op kwam dat de simpele maar toch intieme serenade tussen onze tongen werd verbroken. 

Katie, die zich van mijn lippen verloste met een betrapte blik en ik die Damian aankeek met een klein glimlachje op mijn lippen. 

Hij schoof de balkondeur dicht om een illusie van privacy te creëren. 

‘’Hoe lang speelt dit al?’’ vroeg hij enthousiast. 

Ik keek Katie aan. 

‘’Een paar weken, denk ik.’’ 

‘’En dat vertel je niet aan mij?’’ 

Ik haalde mijn schouders op. 

‘’Het is nog pril.’’ 

Katie stond stil naast mij. Ik wist dat alle mogelijke gevolgen van deze betrapping door haar hoofd vlogen. Vluchtig liet ik een stilte vallen, keek haar aan en deed een poging om haar hand vast te pakken. Ze weigerde. 

‘’Bobje toch.’’ Zei Damian. ‘’Word je eindelijk burgerlijk? Heb je de kruistocht van de one night stands opgegeven?’’ 

‘’Het was nooit een kruistocht.’’ 

Ondertussen liep Katie stilzwijgend naar binnen. Toen ze eenmaal de balkondeur opnieuw dicht had gedaan knikte Damian naar haar. 

‘’Wat is er met haar aan de hand?’’ 

‘’Ze wilde niet dat jullie erachter kwamen.’’ 

Damian gaf mij de whiskyfles aan terwijl hij: ‘’Waarom niet?’’ vroeg. 

‘’Dat leg ik nog wel een keer uit.’’ Zei ik terwijl een slok nam. ‘’Kan je mij een gunst verlenen?’’ 

‘’En wat mag dat zijn, my brother?’’ 

‘’Kan jij je mond houden over mij en Katie? Niet voor mij, maar voor haar.’’ 

‘’Kan ik het Kyra vertellen?’’ 

Ik schudde lichtjes nee. 

Damian zuchtte. 

‘’Je maakt het me wel moeilijk, man.’’ 

Ik gaf hem de fles whisky terug en zei: ‘’Ik denk dat als je nog een paar grote slokken van dit neemt, dat het wel wat makkelijker wordt.’’ 

Bedenkelijk keek hij naar de fles, pakte hem aan en nam een slok.  

‘’Dan moet je mij beloven dat als ik moet kotsen je mee doet.’’ 

Ik lachte eventjes. 

‘’Ik kan jou toch niet alleen laten braken, broheim.’’ 

Voor een klein ogenblik viel er een stilte, ik keek Damian aan die ondertussen met zijn tweede slok bezig was. 

‘’Trouwens, Damian.’’ 

Hij keek op. 

‘’Had jij niets gehoord aan de telefoon?’’ 

‘’Wat moet ik hebben gehoord?’’ 

‘’Van mij en Katie.’’ 

‘’Huh?’’ Zei hij terwijl hij opnieuw een slok nam. ‘’Wanneer dan?’’ 

‘’Gisteren.’’  

Damian moest kort lachen. 

‘’Toen ik jou belde?’’ 

Ik knikte. 

‘’Ja, daar herinner ik me nog vrij weinig van af. Ik had heel de nacht doorgehaald en was nog een klein beetje dronken.’’ 

Beledigd keek ik hem aan. 

‘’Wat?’’ Zei Damian met een licht verbaasde toon. 

‘’Waar was mijn uitnodiging?’’ 

‘’Nou, lieve Bob. Als ik het zo hoor had je al iets te doen. Of iemand.’’ Zei hij grinnikend. ‘’Maar ik wilde nog een keer met Ezra drinken voordat ik wegging. Iets in de trant van traditie.’’ 

‘’Ezra?’’ 

‘’Ja, een van mijn beste vrienden van de basisschool nog.’’ 

Met samengeknepen ogen keek ik Damian aan en griste de fles uit zijn handen.  

Vragend keek hij terug. Nadat ik een slok had genomen zei ik: ‘’Waar is Ezra vanavond dan?’’ 

’Ben je een beetje jaloers, mijn beste jongen?’’ 

‘’Na-ah.’’ Antwoordde ik. 

‘’Ja-ah’’  

Ondertussen pakte ik een sigaret, bood Damian er een aan maar die wees hem af. 

‘’Ik word een dokter, jongen. Dan moet ik wel het goede voorbeeld gaan geven.’’ 

Ik lachte en met een simpele: ‘’Flikker op.’’ Creëerde ik een stilte. 

Uiteindelijk zette Damian een stap richting mij en legde zijn hand op mijn schouder terwijl ik een hijs van de Camel sigaret nam. 

‘’Hee, maar Bob. Het is je gelukt jongen.’’ 

‘’Wat?’’ 

‘’Katie, jouw onbereikbare vrucht. Het onbestaanbare geluk. Hoe voelt dat nou?’’ 

‘’Ongeveer hoe jij je nu waarschijnlijk voelt?’’ 

‘’Dronken?’’ 

Ik lachte voor een seconde en schudde nee. 

‘’Bang.’’ 

Damian knikte langzaam . 

‘’Waar zou ik bang voor zijn?’’ 

‘’De toekomst, falen, iets kwijtraken wat je altijd wilde. Mensen zeggen altijd dat jij je dromen moet najagen, je moet pakken wat je altijd al wilde. Maar niemand vertelt je ooit hoe beangstigend het is om oog in oog te staan met jouw diepst verborgen verlangen. Want wat als jij je het kwijtraakt. Wie ben je dan nog? Als je zo lang al iets wilt dan wordt het een deel van wie je bent en wat als je dat nou kwijtraakt. Verlies je dan niet een stuk van jezelf?’’ 

En daarmee viel opnieuw een stilte. 

Vorige post Volgende post

1 Comment

Comments are closed.