Het restaurant was ergens op de Dommelstraat. Ook al liep ik regelmatig dronken of soms zelfs nuchter door deze straat, had ik het restaurant nog nooit van mijn leven gezien. Maar nu ik voor de ingang stond besefte ik me dat het restaurant een stuk luxer was dan ik had verwacht.
De tafels waren gedekt met fel witte tafelkleden, er klonk zachte jazzmuziek op de achtergrond en de lampen waren gedimd, zodat de flikkering van kaarsjes door de semi donkere ruimte galmden.
Er waren al mensen aan het eten, en sommigen daarvan keken mij raar aan toen ik naar binnenliep. Zij zagen direct dat ik hier niet thuishoorde. Voor een seconde keek ik rond, maar al snel zag Chun mij staan.
‘’Bob! Hoe is het? Beter dan gisteren?’’
Hij droeg een zwart overhemd, zwarte broek en een zwart schort.
‘’Veel beter.’’ Antwoordde ik met een klein grijnsje.
‘’Goed om te horen! We hadden jou iets eerder verwacht, dus ik hoop niet dat je het erg vindt om even te wachten?’’
‘’Nee, is geen probleem.’’
‘’Oké, ga maar even aan de bar zitten.’’
Chun liep met mij mee naar de bar, zei tegen de barman dat hij iets voor mij moest inschenken en was weer weg. Een paar tellen later kreeg ik een glas witte wijn voor mijn neus gezet.
De barman keek mij aan.
‘’Wil je weten wat dit is?’’
‘’Wijn, toch?’’
Hij lachte.
‘’Ja, maar wat voor wijn?’’
‘’Witte?’’
‘’Nee, nee.’’
En daarop volgde een volledig betoog over de wijn, waar het was gemaakt, hoe het zou moeten smaken en wat er speciaal aan was. Semi geïnteresseerd probeerde ik te luisteren, maar ik kon er vrij weinig van volgen. Na het verhaaltje ging de barman verder en dronk ik de wijn.
Het was lekker.
Vijf minuten later kwam Chun teruggelopen met een stuk oudere, ook Aziatische, man. Hij zag er mager en kwetsbaar uit en ook hij was volledig in het zwart gekleed.
‘’Zullen we even naar boven gaan? Kunnen we gelijk even roken.’’ Stelde Chun voor.
De oudere man knikte toezeggend.
Chun keek rond, zei iets tegen enkele bediendes en liep vervolgens naar boven. Ik pakte het glas op van de bar en liep met hem mee. Uiteindelijk belandden wij op een zolder met een klein dakterrasje waarop ook de ventilatie stond die het restaurant koel hield.
Al zittend op het metalen ventilatie blok stak Chun snel een sigaret op.
Ik volgde hem maar.
De man keek mij aan en stak zijn hand uit.
‘’Ik ben Jon, aangenaam Bob. Bob was het toch?’’
Ik nam de hand aan.
‘’Bob, ja.’’
‘’Goed. Dus Chun zei dat je een baan zocht en ik zoek nog wat mensen voor de bediening. Je hebt toch horecaervaring?’’
‘’Niet bepaald.’’
Jon keek Chun afkeurend aan, ik kon uit zijn blik halen dat Chun had beweerd dat ik al eerder in de horeca had gewerkt.
‘’Naja, het valt wel te leren, maar je hebt wel ervaring met eten en delicatessen toch?’’
‘’Ook niet.’’ Antwoordde ik.
Opnieuw keek Jon naar Chun. Vervolgens wreef Jon al denkend over zijn grijze stoppelbaardje en keek mij aan.
‘’Sorry dat ik het zo bot ga zeggen Bob. Maar misschien kan je beter eerst ervaring opdoen bij Happy Italy ofzo, want wij hebben iemand nodig die weet wat hij doet.’’
Chun sprong van het metalen blok af.
‘’Oom, we kunnen op dit moment niet kieskeurig zijn. We hebben iemand nodig. Ik heb iemand gevonden en Bob ziet er slim genoeg uit om het te leren.’’
Jon keek mij voor een seconde aan, maar terwijl hij richting de deur liep zei hij: ‘’Chun, we hebben geen tijd om iemand alles aan te leren. Dat gaat niet.’’
Hij stopte voor de deur.
‘’Sorry Bob. Maar het was leuk om je te ontmoeten.’’
Ik nam een hijs van mijn sigaret en keek Chun aan. Hij maakte een beweging met zijn ogen die aangaf dat ik iets moest zeggen, dus ik gooide mijn sigaret maar op de grond. Jon stond op het punt om naar beneden te lopen.
‘’Jon, wacht.’’
Geïrriteerd keek hij mij aan.
‘’Luister, ik leer snel en ik heb echt een baan nodig. Dingen gaan de laatste tijd al niet zo lekker en het zou ziek veel voor mij betekenen als je mij een kans geeft. Als het niet werkt kan je me toch zo buitenzetten maar, met alle respect, je kan me tenminste een kans geven. Een kans.’’
Jon draaide zich om en keek twijfelend naar Chun.
‘’Ik heb er vertrouwen in dat het hem lukt.’’
Hij krabde aan zijn kalende hoofd en keek mij aan.
‘’Oké, een kans. Wanneer kan je beginnen?’’
‘’Nu?’’
2 Comments
Comments are closed.