Kyra’s Adventures 5.1 De perfecte dag

By Côme Bocabeille

Scroll this

“Kom op, waarom duurt het zo lang” fluisterde ik geïrriteerde tegen mezelf.

Ongeduldig inspecteerde ik mezelf in de spiegel. De donkerpaarse jurk die ik voor vandaag had uitgekozen stak af tegen mijn witte huid, terwijl mijn blonde haar losjes tegen mijn rug hing. Nadat ik mijn outfit opnieuw had goedgekeurd ging mijn aandacht naar de feestelijk gedekte tafel. Normaal had ik een gruwelijke hekel aan dit huisje-boompje-beestje gebeuren, waarbij iedereen all-out ging om alles perfect te laten lijken.

“Te weinig geduld en te veel emancipatie” zei Damian altijd als ik weer eens aan het haten was op het burgerlijke leven.

Maar, op deze dag kon ik er altijd van genieten.

Terwijl ik naar het flikkerende vlammetje keek, dat loom om de lont heen danste, dacht ik terug aan gisteren. Damian had me als verrassing meegenomen naar een marathon van oude Audrey Hepburn films. Ik hield van de charme die oude films hadden en ook Damian, al claimde hij altijd dat hij een man was en totaal niet vatbaar voor dit soort dingen, zwijmelde stiekem weg bij het einde van Breakfast at Tiffany’s. Dit soort avonden bevestigde altijd dat Damian degene was voor mij. The ‘one’ om het maar even in romantische termen te zetten. Plots kreeg ik een onbehaaglijk gevoel ik mijn maag. Ik slikte en brak mijn blik van de nog steeds dansende vlam. Opnieuw keek ik de kamer rond. De strakke, moderne inrichting van het appartement stak af tegen de feestelijke versieringen. Mijn moeder zou me vermoorden als ze zag dat ik plakband had gebruikt om de vlaggetjes tegen de metershoge ramen te plakken. Maar het kon me niet schelen. Ze zou toch niet komen. Nee, dit was mijn dag. Van mij, en van Damian. Degene die er altijd voor me was, ongeacht wanneer, wat ik gedaan had of hoe vervelend ik ook kon zijn. Damian.

Damian was er altijd.

Behalve nu.

“Godverdomme, Damian, of all days, why today?” mijn gefrustreerde stem galmde opnieuw door het appartement. “Je had beloofd dat je er om 6 zou zijn…” maakte ik mijn zin zwakjes af. Met een zucht liet ik me op de zwarte bank vallen. De klok tikte zachtjes op de achtergrond. Kwart over zes en een seconde, kwart over zes en twee secondes, kwart over zes en drie secondes. Kwart over zes en vi- opeens begon mijn telefoon te trillen. Ik vloog omhoog en zag onbekend op het scherm staan.

“Potverdorie, wil je eens stoppen met op onbeken- oh, Elize”. Mijn toon werd zachter. “Sorry, ik dacht dat je Damian was”.

Kwart over zes en zesenveertig secondes.

“Nee, een wa-what?”

“Ik kom er NU aan” zei ik verwrongen terwijl ik mijn jas van de stoel af griste en een random autosleutel van het bord trok.

“Meen je dit?!” hoorde ik mezelf boos zeggen. Maar als je me enigszins kende, kon je de angst die verscholen zat onder mijn grimmige toon al van mijlenver horen.

En terwijl de deur met een knal dichtviel, het dansende vlammetje gedoofd door de plotselinge windvlaag.

Rende ik mijn toekomst tegemoet.

Alleen.

Vorige post Volgende post